Veel huurders missen thuisgevoel

Wat betekent ‘thuis’ precies? Welke elementen bepalen dit en welke rol spelen woningcorporaties hierin? Het KWH deed grootschalig onderzoek onder huurders om hier een concreter beeld van te krijgen. Ter ere van haar 25-jarig jubileum bood zij de corporatiesector begin juni het rapport ‘Voelt hurend Nederland zich thuis?’ aan.

Thuisgevoel niet vanzelfsprekend Getty Images

Overlast door buren of een wijk waar mensen zich niet met elkaar verbonden voelen. Dat heeft, net als de kwaliteit van de woning, invloed op het thuisgevoel. Mensen die blij zijn met hun buurt, zijn volgens de onderzoekers ook sneller tevreden met hun woning.

Veilige buurt? Dan eerder thuisgevoel

Van degenen die zich veilig voelen in hun buurt en blij zijn met hun woning, geeft 91 procent aan zich thuis te voelen. Is er sprake van een fijne woning maar wordt de omgeving als onveilig ervaren? Dan valt dit percentage terug naar 62 procent.

Corporaties verantwoordelijk voor leefbaarheid

Bijna de helft van de ondervraagden (44 procent) stelt dat corporaties een goed thuisgevoel kunnen realiseren door te blijven inzetten op betaalbare en goed onderhouden woningen. Meer dan een kwart (26 procent) vindt dat corporaties moeten zorgen voor een leefbare buurt.

Voldoende ruimte gewenst

Ruim de helft van de ondervraagden wil een woning waar je lekker buiten kunt zitten, op het balkon of in de tuin. Gezinnen willen ook binnenshuis voldoende ruimte hebben.

Niet passend bij levensfase

Opmerkelijk is volgens KWH dat een significant deel van de huurders aangeeft in een woning te wonen die niet past bij hun levensfase. Dit speelt met name bij gezinnen met thuiswonende kinderen.

Thuisgevoel bij jonge alleenstaande onder druk

Bij jonge alleenstaande ouders staat volgens KWH het thuisgevoel nog meer onder druk. Zij geven aan zich onveilig te voelen, vaak overlast te ervaren van buren en het gevoel te hebben niet goed voor hun kinderen te kunnen zorgen.

Betere doorstroming nodig

Deze groep geeft ook het vaakst aan dat hun huurwoning niet aansluit op hun levensfase. Van de alleenstaande ouders die een flat huren, vindt zelfs 69 procent dat de woning niet past bij hun levensfase. Woningcorporaties zouden daarom de doorstroming beter op gang moeten krijgen, stelt het KWH.

Nieuwe buren belangrijk

Ook in kleinere gemeenten voelen huurders zich soms niet thuis; dat is geen grootstedelijk fenomeen. Huurders zijn kritisch op nieuwe buren en vinden het belangrijk dat nieuwe bewoners passen bij de wijk. KWH concludeert dan ook dat woningcorporaties bij het toekennen van huurwoningen hierop moeten letten.

Bronvermelding: Woonbond