Nederland telt zo’n 10.000 woongemeenschappen. Van studentenhuizen tot woongroepen voor ouderen, van woningdelers tot wooncoöperaties. Voor steeds meer mensen blijkt dit een aanlokkelijke manier van wonen.
Vanwege de vergrijzing zal vooral de groep ouderen die voor een woongroep kiest vermoedelijk toenemen. Gemeenschappelijk wonen, al dan niet in combinatie met zorg, gaat eenzaamheid tegen en bevordert ‘samenredzaamheid’.
Manifest gemeenschappelijk wonen
Bestaande woongroepen of startende initiatieven lopen tegen onnodig veel problemen op. In een manifest roepen we samen met de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk Wonen van Ouderen (LVGO) en tal van andere organisaties de politiek, gemeenten, woningcorporaties en lokale partijen op om deze burgerinitiatieven te laten bloeien. Landelijk is er beleid nodig om gemeenschappelijk wonen te stimuleren, zodat er lokaal afspraken over gemaakt worden. Gemeenten moeten bereid zijn om grond beschikbaar te stellen tegen sociaal verantwoorde grondprijzen.
Flexibelere instelling corporaties nodig
In woongemeenschappen is er veel behoefte aan eigen regie over de samenstelling. Corporaties moeten de bestaande wettelijke ruimte daarom gebruiken om soepel te zijn met inkomensgrenzen bij het toewijzen van woonruimte. Zo krijgen mensen met een te laag inkomen geen woning toegewezen boven de aftoppingsgrens. Daar kan de corporatie wat aan doen, bijvoorbeeld door te werken met een tweehurenbeleid. Hierbij wordt de hogere huur verlaagd als het inkomen laag is. Ook de inkomensgrens voor sociale huur is soms een sta-in-de-weg. De bestaande vrije ruimte voor het toewijzen van sociale huurwoningen biedt voldoende bewegingsvrijheid om hier coulant mee om te gaan. Corporaties mogen namelijk 10% van hun woningen boven de inkomensgrens van €40.349,- aanbieden.
Bron: woonbond.nl