Zo’n 300 vertegenwoordigers van lidorganisaties en persoonlijke leden namen zaterdag 23 september deel aan de eerste landelijke Ledendag van de Woonbond in Utrecht.
’s Ochtends werden de Woonbondleden door voorzitter Ton Selten, BZK-topambtenaar Chris Kuipers – minister Plasterk bleek op het laatste moment verhinderd – en directeur Ronald Paping bijgepraat over de actuele politieke ontwikkelingen.
Positie huurders verbeterd
‘We hadden ook liever al een nieuwe minister gehad’, erkende Kuipers. Hij wees erop dat er tijdens deze regeerperiode veel is veranderd op woongebied en dat je daar verschillend over kunt denken, bijvoorbeeld op het gebied van de huren. Hij benadrukte dat de positie van huurdersorganisaties sterk is verbeterd sinds de komst van de Woningwet 2015. Lokaal zijn huurdersorganisaties nu als volwaardige partner betrokken bij het maken van afspraken op woongebied. De eerste ervaringen zijn positief. ‘Overal werken vrijwilligers zich in het zweet. Complimenten daarvoor. Het gesprek wordt er scherper van en het draagvlak groeit.’
Werk aan de winkel
Ronald Paping benadrukte de verslechteringen tijdens de regeerperiode van minister Blok. De huren zijn geëxplodeerd, er is een groot tekort aan woningen en de woonzekerheid staat onder druk door de toename van tijdelijke contracten. Paping deed een oproep aan het komende kabinet om de betaalbaarheid in de huursector te verbeteren, door een huurverlaging van gemiddeld 10%, ook in de commerciële sector. Ook moet de verhuurderheffing van tafel. Hij wees erop dat het Rijk hierdoor minstens 500 miljoen minder kwijt is aan huurtoeslag. De bouwproductie moet omhoog naar minstens 60.000 woningen per jaar en de verduurzaming van de woningvoorraad zal een aantal tandjes moeten worden opgeschroefd. Met een intensivering van het HO-plus project wil de Woonbond zijn lidorganisaties de komende jaren verder versterken. ‘Kortom, er is werk aan de winkel, voor ons allemaal’, aldus Paping.
‘Burendag’
In het kader van de landelijke ‘burendag’ was Geert Inslegers van het Vlaams Huurdersplatform uitgenodigd om het Belgische huurderslandschap uit de doeken te doen. Geen verhaal om vrolijk van te worden. De sociale huursector bij de zuiderburen omvat slechts 6% van de woningvoorraad, ‘private huurders’ betalen bijna de helft van hun inkomen aan huur, 37% van de huizen is kwalitatief onder de maat, er bestaat grote woononzekerheid door de sterke groei van tijdelijke contracten en 22% procent van de verhuurders discrimineert openlijk migranten bij het toewijzen van woningen. Het Vlaams Huurdersplatform probeert het tij te keren. ‘We doen ons best, maar we komen van zeer ver. Twintig jaar geleden bestonden er zelfs nog geen huurdersorganisaties’, zei Inslegers. ‘Maar ons voetbal is stukken beter’, grapte hij.
Zuivere keuzes bestaan niet
Er was ook ruimte voor een vrolijke noot. Cabaretiers Joep van Deudekom en Rob Urgert kregen met hun ‘manipulation game’ de lachers op hun hand. De aanwezige huurders kregen een hoop keuzes voorgelegd waar met divers gekleurde stemkaarten op gereageerd kon worden. De cabaretiers maakten pijnlijk grappig duidelijk hoe we bij het maken van onze keuzes dag in dag uit beïnvloed worden door groepsdruk, angst, zelfoverschatting, en automatismen.
Tien workshops
‘s Middags discussieerden de leden in tien themasessies over Woonbond-beleidsonderwerpen als zeggenschap, krimp, energiebesparing, wonen en zorg en de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. De adviezen uit deze workshops worden meegenomen in de besluitvorming door de Verenigingsraad, het hoogste orgaan van de Woonbond.
bron: woonbond.nl