De energietransitie kan helpen het tij te keren in kwetsbare wijken, mits bewonerscollectieven centraal staan, zegt het Landelijk Samenwerkingsverband van Actieve bewoners (LSA). Zet de opgave in de bebouwde omgeving in om bewoners en hun wijken verder te brengen.
‘Veel kwetsbare wijken zitten, ondanks de economische opleving, in een neerwaartse spiraal. Nu gaat er veel geld geïnvesteerd worden in deze wijken in het kader van de energietransitie. Dat kunnen we aan elkaar koppelen’, zegt Thijs van Mierlo, directeur van het LSA.
Door de grote ’topdown’-operatie van de energietransitie een stuk meer ‘bottom-up’ aan te pakken, kan het kansen bieden aan bewoners en hun initiatieven. Bovendien ontstaat zo draagvlak voor de ingrijpende maatregelen in de woningen en de wijk die nodig zijn.
Zwols WijBedrijf geeft het goede voorbeeld
Een plek waar de energietransitie nu al slim wordt verbonden met de wijkaanpak, is bijvoorbeeld het WijBedrijf, van, door en voor bewoners van de Zwolse wijk Dieze. Het WijBedrijf gaat 500 woningen in de wijk voorzien van zonnepanelen. Ze laten dit werk uitvoeren door mensen uit de wijk met een uitkering en werken zoveel mogelijk samen met bedrijven uit de wijk. De investering zal dan leiden tot een verlaging van de woonlasten, meer geldstromen in de wijk én een versterking van de sociale structuren. Volgens het LSA staan er veel meer bewonerscollectieven in de startblokken om mee te doen met de energietransitie.
Pleidooi voor een bewonersgedreven wijkenergietransitie
Om hun pleidooi kracht bij te zetten, vroeg het LSA aan zelfstandig onderzoeker Maurice Specht om een essay te schrijven over het onbenutte potentieel van vele bewonersinitiatieven en collectieven op het gebied van energie en duurzaamheid. In zijn essay ‘Wijk voor de wijk: pleidooi voor een bewonersgedreven wijkenergietransitie’ zet Specht met talloze argumenten uiteen waarom het logisch en belangrijk is dat bewoners een actieve rol krijgen in de energietransitie.
De energietransitie is een economische en rechtvaardigheidskwestie
De energietransitie is namelijk niet alleen een technische of klimatologische kwestie, maar ook een economische en rechtvaardigheidskwestie, schrijft Specht. De gehele kosten voor de energietransitie worden ingeschat op 1 tot 3 miljard euro per jaar tot 2030. Hoe gaat dat geld uitgegeven worden en wie gaat er van profiteren? Sociaal en Cultureel Planbureau directeur Kim Putters waarschuwde in januari 2017 al dat we moeten voorkomen dat het duurzaamheidsvraagstuk de sociale tegenstellingen vergroot.
Zet in op fysieke wijkverbetering én de mensen
De energietransitie is zeker niet de eerste grote opgave in de bebouwde omgeving. Volgens Specht moeten we dan ook voortborduren op de stadsvernieuwing. ‘In de literatuur over stadsontwikkeling speelt altijd de discussie hoe nu het beste te investeren in wijkontwikkeling: zet je in op stenen of op mensen. De energietransitie biedt de kans om beide tegelijkertijd te doen. Door mensen niet alleen aan de voorkant van het proces te betrekken, maar ook in de uitvoer een rol te geven ontstaat lokale werkgelegenheid en sociale cohesie. Door investeringen en besparingen lokaal zichtbaar en besteedbaar te maken, ontstaat meer lokaal besteedbaar inkomen. En door samen te werken aan de energietransitie ontstaan netwerken die gaan renderen op sociaal, maatschappelijk en cultureel vlak. Want van het een komt vaak het ander. [..] Het zou voelen als een gemiste kans wanneer we dit niet doen.’
Bron: woonbond.nl
Foto: pixabay.com
Gerelateerd:
- Gratis zonnepanelen voor huurders
- Woonbond waakt voor woonlasten van huurders bij energietransitie
- Energiecafé over raadsverkiezingen
- Energiebus helpt huurders besparen
- Veel draagvlak verduurzaming onder huurders